Werken met meerdere aanzichten
|
Commando |
Locatie |
Sneltoets |
Weergavebalk |
|
Werken met meerdere aanzichten |
Weergave > Meerdere aanzichten |
M |
|
Om met meerdere aanzichten te werken:
Selecteer het commando (met de tekening in eender welk aanzicht) of klik op de knop in de Weergavebalk.
De tekenzone wordt opgedeeld in meerdere teken- of deelvensters; het aanzicht dat actief is op het moment dat u het commando uitvoert, wordt ook daarna het actieve aanzicht.
Om overal dezelfde modelbegrenzing en zichtbaarheid voor klassen en lagen te gebruiken, selecteert u Weergave > Meerdere aanzichten > Gebruik dezelfde zichtbaarheid in alle deelvensters. Schakel deze functie uit als u de zichtbaarheden voor elk deelvenster afzonderlijk wilt bepalen.
Bewerk de tekening in het actieve aanzicht; om een ander aanzicht actief te maken (en te bewerken), klikt u op een willekeurige plaats in het gewenste aanzicht of op de titel linksboven in het deelvenster.
U kunt in één aanzicht beginnen te tekenen om vervolgens uw bewerking te voltooien in een ander aanzicht.
Om terug te keren naar een enkel aanzicht selecteert u het commando opnieuw.
Zie Speciale sneltoetsen bewerken om de sneltoets voor het instellen van meerdere aanzicht aan te passen.
